Even napraten.
Er is een nieuwe congiërge op de PABO, Folgert Hulshof, als ik het goed onthouden heb. Die andere Sjoerd is prima opgevolgd.
Een bekende school is na een aantal jaren weer opgedoken als winnaar: Theo Thijssen. Ik vraag al jarenlang naar hun geheimen. Een ervan is nu mijn conclusie: ze hebben daar een levende traditie. D.w.z. ze geven daar aan elkaar hun ervaringen en vaardigheden natuurlijk en praktisch door. Centraal staat daarbij vanaf oktober een competitie, waaruit de (nu) 15 deelnemers voortkomen. Met wat Stappenboeken en discipline erbij de puntjes op de ‘i’ en je komt een heel eind in de richting van een schaakcultuur. Stella volgt zo Elmar op en Pascal gaat verder waar Chris gebleven was. Zo ongeveer moet het ook gaan met de kopvrouw van ‘Groen’, Lyne – ze is niet voor niets de zus van Tycho.
In het beamer-lokaal is het nog nooit zo druk geweest. Nou, druk? O.a. de vader van Lieke Niestijl keek daar in de slotronde mee naar Stella-dochterlief. We waren daar ook wel eens snel uitgekeken: mat op zet 13 in ronde 8, Stella-Mody. Er ging 1 Opstapje 1 van de hand.
Het digitale bord + beamer werkte naar voorlopige tevredenheid. De NOSBO zou beleid kunnen voeren door het beste te bestellen en professioneel beschikbaar te maken. Zoveel partijen gesaved als er ronden zijn. Ooit zoiets voorgesteld, maar ene Jan pikte het niet (op).
Even een “aforisme”: kinderen moeten toch gevoel hebben voor het openen van een partij. Stukken dienen ontwikkeld te worden, zoals je zelf in ontwikkeling bent.
(Gouden Regels gaan hier voor vele vrijheden. Deelnemers is trouwens geen stuks ...)
Vraag van een kennis in de rookpauze in het fietsenhok: Waarom gaan van deze tientallen kinderen niet meer naar de club? Om evenzoveel eigen redenen. Maar het zou van de andere kant ook wel eens met ambitie en ambiance te maken kunnen hebben.
“Er was dus geen moment verveling, en dat is toch wel een belangrijke factor in het succes van dit toernooi.” Dit is de voorlaatste zin van het spoedige verslag van de administrateur. Ik vat het samen: Geslaagd. Mee eens, van harte. Zelfs met wat minder deelnemers ...
Toch moeten er mij een paar dingen van het hart.
1. “Wie voldoende meer punten op het bord overhoudt, wordt tot winnaar uitgeroepen. Daar valt naar te kijken: Wat zou jij nu doen?” Dat schreef ik in de aanloop naar BSSK 2015 en dit gaat over de arbitrage. Daarvoor werd ooit een reglement geschreven en gepubliceerd. Door Henk Valstar. Reglementen zijn taaie stof, maar saai? Allerminst. Zonder reglementen vrees ik anarchie. Er werd nu anders gearbitreerd. De pogingen tot professionaliteit die ik zag vond ik moeilijk te rijmen met sportiviteit. Ik sta daarin niet alleen.
2. Mijn voorstel was ooit: In de voorronde ook met teams en met de klok. Ik sta hierin, geloof ik, alleen in Assen en in bijna het hele land. Ik stel het voor als weg naar de genoemde “ambitie en ambiance”. ’t Is maar met welke doelen je bezig bent. Er was ooit ook een toernooi-reglement.
3. Er is niemand van de scholen in de organisatie. Er kan een kloof bestaan.