Vanmiddag een korte discussie rond een gebeuren op het bord bij de GP. Koning staat pat, maar de speelster doet gewoon een zet (zet zichzelf schaak), waarop zij wordt matgezet.
Hierop is van toepassing artikel 5.2 a:
5.2 a. De partij is remise als de aan zet zijnde speler geen reglementaire zet kan
doen en zijn koning niet schaak staat. Men zegt dat de partij in ‘pat’ eindigt.
Dit beëindigt de partij onmiddellijk, onder voorwaarde dat de zet waarmee
de patstelling werd bereikt, reglementair was.
Het feit, dat in de regels staat "dit beeindigt de partij onmiddelijk" betekent, dat er niet hoeft te worden geclaimd. De wedstrijdleider kan dit constateren en de uitslag noteren. Alle gebeurtenissen na de patstelling zijn niet meer relevant. Remise is dan de correcte uitslag.