Naast het 'vreemde' begrip 'Methode' zie ik bij het leren (schaken) graag het even 'vreemde' begrip 'Proces' verschijnen.
Een methode leert om middelen te gebruiken om een doel te bereiken. Echter, het doel kan ver weg liggen.
Ik citeer maar eens een oud-voorzitter: "Om een goede clubschaker te worden moet je tot en met Stap 3 in de vingers hebben."
Ik ga een halve Stap verder: 3-Plus. En dan heb je nog het volwassener Chess Tutor Stap 3.
Als het doel ver weg ligt, wordt de weg erheen lang en zomaar "een brug te ver". Een proces is een gang van zaken.
Er zijn hindernissen te nemen en dips te overwinnen.
Als schaken voor 95% uit tactiek bestaat, dan moet je al die techniek leuk gaan vinden. En 5% strategie wijst op een smalle weg.
Als de weg lang is, mag je wel wat wind (lees: omstandigheden) mee hebben. Je moet tijd hebben en rust voor oefeningen.
Een goede schaakpartij is eigenlijk zo'n proces; de leermethode is er het hulpmiddel bij.
Ik ben bekend met minder en beter methodisme. Het mindere wil het nogal eens zonder procesgang doen.
Soms komt men dan niet eens op weg ... In onze eigen kring.