De inzendingstermijn voor het insturen van de oplossingen van de schaakraadsels uit het clubblad 2015 is verstreken.
Ik heb 5 inzendingen ontvangen. Op vrijdag 30 oktober 2015 zullen de prijzen uitgereikt worden.
Oplossingen schaakraadsels
Opgave 1 Wit geeft mat in 2
1. Lc6! dan (..., dxc6 2. Pc7#)
(...,Txc6 of Td6 2. Dg8#)
(…,Td8 2. Pc6#)
(..., e4 of f6 2. Dxd7#)
(..., 0-0-0 2. Lc7#)
Opgave 2 Wit geeft mat in 2
1. b4! dan (…, cxb3 2. Lc7#)
Opgave 3 Wit geeft mat in 3
1. Df3! dan (…, h5 2. Dg2, hxg4 3. Dg2#)
(…, Kh5 2. Kf7, e6 of e5 3. Dh3#)
Opgave 4 Wit geeft mat in 1
De zwarte koning is onzichtbaar. Wit kan in 1 zet mat geven en is dus aan zet.
De witte koning staat schaak. Dit betekent dat de zwarte koning of tussen de zwarte toren en de witte koning in staat of met zijn laatste zet juist daartussen weg is gezet.
Als de zwarte koning op de achtste rij staat, dan moet de zwarte koning op c8 staan en met zijn vorige zet op c8 een wit stuk geslagen hebben.
De andere mogelijkheid is dat zwart met zijn laatste zet schaak heeft gegeven door van de achtste rij te vertrekken. Dit kan dan alleen gebeurd zijn met de zet Kc8 – d7. In dat geval staat de zwarte koning dus op d7.
Op welk van deze twee velden de zwarte koning ook staat (c8 of d7): als wit met de pion van c7 de zwarte toren op b8 slaat en promoveert naar een paard is het altijd mat!
Opgave 5 Waar staat de zwarte koning?
Hoe is de witte koning op f7 beland? Hij moet van een van de velden g8, f8 of e8 gekomen zijn, gezien de stand van de pionnen die de laatste vijf zetten niet bewogen hebben. De zwarte toren dekt echter al deze velden als hij op de 8e rij staat En gezien de stand van de pionnen moet hij daar wel geweest zijn de afgelopen vijf zetten.
De oplossing is dat de zwarte koning de zwarte toren blokkeerde. De enige manier om die blokkering dan op te heffen, is een (lange) rokade.
In deze stelling moet wit aan zet zijn. Zwarts zet daarvoor was Th8. Daarvoor moet de witte koning op g8 gestaan hebben en rokeerde zwart met schaak. De zwarte koning staat dus nog op het veld waarheen hij gerokeerd is: c8.
Opgave 6. Welke witte toren is gepromoveerd?
a. De witte toren op d7 kan niet gepromoveerd zijn, omdat hij, gezien de stand van de pionnen, alleen maar op d7 zou hebben kunnen komen via een route waarop hij de zwarte koning schaak zou geven op een veld dat direct grenst aan het veld van de zwarte koning. De toren is er dus gekomen omdat pion d7 heeft geslagen op e6 en pion e7xd6 de toren weer insloot. Dat betekent dat er twee witte stukken zijn geslagen op d6 en e6: dat moeten wel de witte en zwartveldige loper zijn, want de missende pion is immers gepromoveerd.
b. Waar is de witte pion gepromoveerd?
Wits e-pion moet op h8 gepromoveerd zijn omdat er maar 3 zwarte stukken geslagen kunnen zijn (zwartveldige loper, een paard en toren) en het drie slagen kost om van de e op de h-lijn te komen. Bovendien kan de pion niet op b8 gepromoveerd zijn omdat de gepromoveerde witte toren niet van b8 zou hebben kunnen ontsnappen zonder schaak te geven op d8.
c. Dat betekent dat de zwartveldige zwarte loper is geslagen door de e-pion die vervolgens op h8 gepromoveerd is tot toren. De zwartveldige zwarte loper kan alleen maar ontsnappen van f8 als eerst de zwartveldige witte loper op d6 geslagen is. (zie a.) Dat betekent ook dat wit b3 gespeeld moet hebben voordat de e-pion is gepromoveerd tot een witte toren, om de witte zwartveldige loper er uit te laten.
d. Uit c. volgt dat de toren op a1 niet een gepromoveerde toren kan zijn. Immers hoe kan de gepromoveerde toren op a1 komen als pion b3 gespeeld is en de witte koning geen zet heeft gedaan? Aangezien de toren op d7 ook niet gepromoveerd is (zie a.) betekent dit dat de witte toren op h1 gepromoveerd is.
Opgave 7 Wat is de kleur van de stukken?
a. Stel: de koning op c8 is wit. De koning op d6 moet dan zwart zijn.
a1. Stel dat zowel de toren op d8 als de dame op c6 allebei wit zijn, dan is er geen laatste zet van wit te bedenken om die stelling te bereiken. Een van de twee moet dus wel zwart zijn.
a2. De toren op d8 en de dame op c6 kunnen ook niet allebei zwart zijn, want wat is dan de laatste zet van zwart geweest is om wit dubbel schaak te geven? Zwart kan immers niet promoveren op de 8e rij.
a3. Als de toren op d8 zwart is en de dame op c6 wit, dan staan allebei de koningen aangevallen en was er ook geen laatste legale zet.
a4. Als de toren op d8 wit is en dame op c6 zwart, geldt hetzelfde probleem.
Conclusie van a1 tot en met a4: de koning op c8 is zwart en de koning op d6 is wit!
b. De laatste zet van wit moet dan cxd8=T+ geweest zijn. Dit is immers de enige zet om dubbel schaak te geven.
b1. Dan moeten de dame op c6, het paard op e8 en de toren op f6 wel wit zijn, omdat anders wit schaak gestaan zou hebben bij de laatste zet.
b2. De pion op b7 moet zwart zijn, omdat de zwarte koning anders schaak zou staan.
b3. Als de pion op b7 zwart is, moet de loper op a8 wel wit zijn. Een zwarte witveldige loper zou altijd via b7 veld a8 moeten bereiken, maar dat kan niet omdat op b7 nog een zwarte pion staat.
b4. De enige manier voor de witte loper om a8 te bereiken is om daar te promoveren. Dat betekent dat niet zowel op b7 als op a7 een zwarte pion kan staan, dus is de pion op a7 wit.
Opgave 8 Van welk veld is de pion op f4 gekomen?
a. Van zwart zijn geslagen: de witveldige loper en de d-pion. Wit heeft op c3 geslagen, dat kan niet de witveldige zwarte loper geweest zijn, dus was het de zwarte d-pion die naar de c-lijn is gekomen door het enige witte stuk te slaan dat geslagen is: de witveldige witte loper. Voordat de witveldige witte loper geslagen is op de c-lijn moet wit pion e2 naar e3 hebben gespeeld om deze loper te laten ontsnappen.
b. Omdat alleen nog een witveldige loper van zwart geslagen kan zijn, was de laatste zet niet g3xf4.
c. Er staat een zwartveldige witte loper op g5. Deze loper moet via de velden e1 en f2 ontsnapt zijn. Immers pion e3 en dxc3 zijn al gespeeld, voordat deze loper kon bewegen. (zie a.). Dit betekent dat pion f4 ook niet afkomstig kan zijn van f2.
d. De laatste zet was dus pion f3 – f4.
Opgave 9 Welk wit paard is een spookpaard?
Van wit is alleen de dame geslagen. Van zwart zijn de toren, de dame en mogelijk de g-pion geslagen. Zwart heeft geslagen op b6, dat moet dus wel de witte dame geweest zijn. Die witte dame kan alleen ontsnapt zijn als wit heeft geslagen op c3. Wit kan daar niet de zwarte toren geslagen hebben, want die kan niet ontsnapt zijn uit zijn hoekje. Hij kan ook niet de zwarte dame geslagen hebben, want die kan nog niet ontsnappen voordat zwart op b6 heeft geslagen.
Kan wit de g-pion geslagen hebben?
Nee. Zwart heeft maar één stuk van wit geslagen, de dame op b6, dus de g-pion moet ongehinderd over de g-lijn gelopen hebben. Echter, welk stuk heeft wit dan geslagen op h3?
Dat betekent dus dat één van de andere stukken geslagen is op c3. Vervolgens kon de witte dame ontsnappen en is geslagen op b6. Daarna kon de zwarte dame ontsnappen om geslagen te worden op h3, zodat de g-pion ongehinderd door kan lopen en promoveren in het zwarte stuk dat eerder geslagen is op c3.
Dat stuk dat geslagen is op c3 kan niet een van beide torens zijn omdat de a8 toren ingesloten was en zwart nog kort kan rokeren.
Het kan ook geen paard zijn omdat als dat paard gepromoveerd is op g1, er al geslagen is op h3 en hij dus alleen via f3 kan ontsnappen. Alleen dan zou het zwarte paard wit schaak zetten, waarop ofwel de koning moet bewegen ofwel het zwarte paard geslagen wordt. Maar het zwarte paard kan niet geslagen zijn omdat er nog twee paarden aanwezig zijn.
Er is dus een zwartveldige zwarte loper geslagen op c3, waarna de g-pion is gepromoveerd tot een zwartveldige loper en naar g7 is gegaan. Dat betekent dat als de net gepromoveerde zwartveldige loper van g1 vertrekt, de witte pion al op f3 moet staan. Als g1 daarna open is voor het witte paard om te arriveren, blijkt dat hij er niet kan komen omdat op de enige velden van waaruit dat kan, e2, f3 en h3 pionnen staan.
Het paard op g1 is dus het spookpaard!
Opgave 10 Wat is er met de zwarte pion van g7 gebeurd?
a. De pionnen op b3 en c3 kunnen alleen op die velden zijn gekomen als ze daar iets geslagen hebben. Van zwart missen alleen de witveldige loper, een paard en de g-pion (al kan die ook gepromoveerd zijn in ieder zwart stuk, dat op het veld staat). Op b3 kan het paard of de witveldige loper geslagen zijn, maar beide stukken kunnen niet op c3 geslagen zijn. c3 is immers een zwart veld en ook een veld van waaruit het paard de dame aan zou vallen.
De g-pion kan ook niet geslagen zijn op c3, want er zijn slechts 2 witte stukken geslagen.
Dus op c3 is of het gepromoveerde stuk geslagen of het oorspronkelijke stuk waarnaar de g-pion is gepromoveerd.
b. De g-pion kan alleen promoveren door twee witte stukken te slaan, om weer op de g-lijn uit te komen en de witte g-pion te omzeilen. Dat moeten dan de witte toren en witveldige loper geweest zijn. De witte toren kan echter alleen ontsnappen zonder dat de witte dame en koning bewegen, als zowel op b3 als op c3 geslagen is. Dat betekent dat niet de gepromoveerde g-pion is geslagen op c3, maar een ander stuk waarin de g-pion gepromoveerd is.
c. Welk stuk is dat? Op c3 is geen witveldige loper of paard geslagen. Een toren, zwartveldige loper en dame blijven dus over. Een zwarte toren zou niet op g1 gepromoveerd, en vervolgens ontsnapt kunnen zijn, zonder dat de witte koning beweegt. Een zwartveldige zwarte loper zou ook niet kunnen ontsnappen van g1. Blijft over een zwarte dame.
d. Zwart heeft dus eerst zijn dame laten slaan op c3. Vervolgens is de g-pion gepromoveerd op g1 tot een zwarte dame. Deze gepromoveerde zwarte dame staat nu op d8.